Droge opstelling
Waterpompen die vanaf het aardoppervlak het water aanzuigen noemen we zelfaanzuigende pompen. Voorbeelden hiervan zijn beregeningspompen en hydrofoorpompen. De aanzuigslang van deze pompen wordt in het water gehangen en vervolgens kan het water met een hoge druk naar de gewenste bestemming worden gepompt. Belangrijk bij deze pompen is dat het systeem luchtdicht is afgesloten, omdat er anders niet voldoende druk geleverd kan worden.
Zelfaanzuigende pompen kunnen het water tot een diepte van 8 meter aanzuigen. Ligt het water dieper dan 8 meter, dan heeft u een natte opstelling nodig.
Natte opstelling
In een natte opstelling staat de waterpomp in de waterbron. De pomp wordt in het water gedompeld en wordt ook wel bronpomp of onderwaterhydrofoor genoemd. De bronpomp wordt iets boven de bodem van de waterbron opgehangen en zuigt hier het grondwater of regenwater direct aan. Deze pompen werken vaak zuiniger dan zelfaanzuigende pompen, omdat deze zich direct in de bron bevinden en niet eerst het water te hoeven aanzuigen.
Het belangrijkste voordeel van de bronpomp is het feit dat de pomp vrijwel geruisloos is, dit in tegenstelling tot zelfaanzuigende pompen. De bronpomp hangt namelijk onder water en dit betekent dat het water in de bron vrijwel al het geluid van de pomp opvangt.
Het nadeel is, dat de bronpomp over het algemeen wat duurder is dan andere waterpompen.